Tags

, , , , , ,

Die Negerin  in Guayana. Eine Geschichte aus dem nördlichen Südamerica. Der gesammten edleren Lesewelt, besonderes aber der reiferen Jugend. Erzählt  von dem Verfasser der Beatushöhle. Mit einem Stahlstiche. Regensburg, 1841. Verlag von G. Joseph Manz.

In de historische werken uit de Surinaamse bibliotheek kunnen we een onderscheid maken tussen de boeken van schrijvers die Suriname bezocht hebben en zij die hun fantasie hebben uitgeleefd. Die Negerin in Guayana hoort in die laatste categorie thuis. Wilhelm Bauberger (1809– 1883) was behalve arts ook een beroemd schrijver. Op zijn negentiende debuteerde hij met Die Beatushöhle. Daarmee oogstte hij zoveel roem dat bij zijn al latere werken de auteursnaam werd weggelaten en volstaan werd met ‘maker van Die Beatushöhle.’

Frontispiece Die Negerin in Guayana (1841)

Die Negerin in Guayana gaat over Blanca, een slavin op de plantage in Suriname. Het opperhoofd van de indianenstam, de Guaraunos, heeft gezworen wraak te nemen op Blanca. Deze Huaracriou, bijgenaamd De Gele Slang, had geprobeerd Blanca over te halen te vluchten van de plantage. Het lot van de vluchteling is, zo stelt hij, draaglijker dan dat van de gevangene. Hij beloofde haar te beschermen tegen de blanke vijanden die haar uit Afrika hadden geroofd. Maar Blanca antwoordt dat ze liever de ketenen van de slavernij draagt en vertrouwt op God. De god die Huaracriou niet wil kennen. Ze stelt dat haar meester een milde planter is die goed is voor zijn slaven. Huaracriou zweert de smaad die hem is aangedaan te wreken. Hij zal als Blanca ooit een zoon zal baren en wanneer deze zonder de zorg van zijn moeder kan, haar door een giftige pijl doden.

Guaraunos indianen (Venezuela)

Blanca krijgt een zoon met een Albino en als deze zelfstandig wordt komt Huaracriou inderdaad om haar te doden. Maar de aanslag mislukt. In een vergadering met stamoudsten wordt besloten tot een list. Als er op de plantage waar Blanca slavin is een feest wordt gehouden steelt Huaracriou een kostbare ketting en een ebbenhouten kistje van de vrouw van de plantage eigenaar. Dat verbergen ze vervolgens onder de hangmat van Blanca en bedekken het met bladeren. Huaracriou gaat vervolgens bij de gouverneur in Paramaribo langs en vertelt dat hij gezien heeft dat een slavin het kistje heeft gestolen op de plantage. Gerechtsdienaren van de gouverneur doorzoeken slavenhutten. Ze vinden natuurlijk het kistje bij Blanca. Die wordt met de handen op de rug gebonden en naar Paramaribo afgevoerd.

Op diefstal staat de doodstraf. Dan volgt een interessant anti-koloniaal verweer als Blanca zegt: “Waarom bestraffen jullie jezelf niet met de dood? Wij slaven zijn gestolen waar. Men heeft ons geroofd in ons vaderland (“Ihr aber habt uns gekauft, und verdienet darum den Tod nach euren eigenen Gesetzen).”

Die zal worden voltrokken door een beet van de gele slang. De gouverneur stuurt zijn manschappen naar Huaracriou’s stam met het verzoek met een gele slang naar de stad te komen. Blanca’s zoon weet inmiddels dat de bladeren en bast van een bepaalde struik (Bauberger noemt deze struik Quaco!) goed werken tegen de beet van de gele slang. Hij laat haar hier van eten. Als Huaracriou de gele slang op Blanca’s borst plaatst gutst het bloed al snel uit haar. Maar tien minuten later staat ze springlevend weer op. De bevolking is door het dolle heen. Huaracriou knielt voor Blanca neer en zegt: “Nu weet ik dat de God tot wie Blanca bidt de enige is en de ware die bescherming biedt”. Hij bekent de diefstal en biedt Blanca zijn tomahawk aan om hem te doden. Maar geheel in de 19e eeuwse christelijke traditie zegt Blanca: “Der gütige heiland hat gelehrt: Richtet nicht, damit auch ihr nicht gerichtet werdet!”

Blanca krijgt de vrijheid van haar meester die haar een stuk grond geeft met een huis. Daar leeft zij met Huaracriou die een vader wordt voor haar zoon. Zij zorgt als een moeder voor zijn zonen.

Die Negerin in Guayana is een interessant 19e eeuwse roman waarin de christelijke boodschap verbonden wordt met het goede meesterschap. De slaven krijgen christelijk onderricht en belonen de plantage-eigenaar met loyaliteit. Blanca is liever slavin dan vrij onder de heidense indianen. Het staat bol met vooroordelen over de wilde onbeschaafde indianen die wraakzuchtig en trots zijn. Bauberger heeft zijn beeld van de indianen gebaseerd op de literatuur die hem ter beschikking stond. Gezien zijn grote populariteit zal hij op zijn beurt wellicht voor vele generaties het beeld van ‘de indiaan’ en de slavernij in Suriname mede bepaald hebben.

Carl Haarnack

Titelblad Die Negerin in Guayana

Huis van Wilhelm Bauberger in Thannhausen (Duitsland)