Tags

, ,

Geschiedenis van Suriname. J. Wolbers. Amsterdam: De Hoogh, 1861.

Julien Wolbers (1819-1889) was een Nederlands letterkundige die onder invloed raakte van Nicolaas Beets, de predikant/schrijver die pleitte voor de afschaffing van de slavernij in de Nederlandse koloniën. Wolbers nam samen met zijn broer het schildersbedrijf over van zijn vader. Op 37 jarige leeftijd stapte hij uit bedrijf en ging hij zich als rentenier toeleggen op de bestudering van de geschiedenis van Suriname. In 1861 verscheen zijn publicatie Geschiedenis van Suriname.

Julien Wolbers (1819-1889)

Wolbers is kritisch over het Nederlandse bestuur in Suriname en hij hekelt de wreedheid van planters en hun onzedelijk gedrag. De dagelijkse werkelijkheid van het harde en bijzonder wrede klimaat waarin slaven moesten werken was volgens Wolbers erger dan een romanschrijver zou kunnen verzinnen. Zo vertelt Wolbers over de ‘neger’ Darius die bij de fiskaal zijn beklag kwam doen over de wrede straffen op de plantage Sinabo. De directeur van deze plantage, Jan Jakob Bongaard, had een slaaf die verdacht werd van gifmengen laten afranselen en had hem de Spaanse bok laten geven. Vervolgens werd hij in de timmerloods opgesloten en verbood hij de slaaf te laten verplegen of  hem water dan wel voedsel te geven. Toen de man stierf werd hij in opdracht van de directeur in het struikgewas geworpen waar hij onbegraven bleef liggen.

directeurswoning plantage Slootwijk (collectie Tropenmuseum)

De zeden in Suriname stonden volgens Wolbers op een zeer laag peil. Er was weliswaar officieel een verbod voor witte Europeanen om geslachtsverkeer te hebben met slavinnen. Maar, zo schrijft Wolbers, dit was niet meer dan een dode wet want zelfs de bestuurders van de kolonie, die op naleving van de wet moesten toezien, maakten zich er zelf schuldig aan. Een sterk groeiende groep kleurlingen was het gevolg hier van. De lichtgekleurde kinderen die bij een slavin verwekt werden waren automatisch ook slaven.

???????????????????????????????Slavinnen (Voyage a Surinam; Benoit, 1839)

Hoe verdorven de koloniale samenleving was maakt Wolbers duidelijk door te beweren dat de echtgenotes van de overspel plegende manen vaak hun slavinnen aan vrienden en bekenden aanboden voor een bepaalde prijs in de week. Dit ontleende hij aan het boek van Stedman. Wolbers had niet alleen archieven in Nederland en Engeland uitvoerig doorgespit, hij had ook alle literatuur die voorhanden was goed bestudeerd. Hij was bijzonder goed geïnformeerd maar was zelf nooit in Suriname geweest. Hij kan in vele opzichten de Hartsinck van de 19e eeuw genoemd worden. Zijn meer dan 850 pagina’s tellende boek is nog steeds de meest omvangrijke  historische studie over Suriname. Het geldt nog steeds als één van de belangrijkste 19e eeuwse werken over Suriname.

Carl Haarnack

???????????????????????????????Rug van 1e druk Geschiedens van Suriname. Wolbers, 1861

???????????????????????????????Wolbers, titelblad 1e druk