Tags
Ein Bericht aus Surinam. Briefwechsel meist historischen un politischen Inhalts.
August Ludwig Schlözer (1735–1809) werd geboren in Baden-Württemberg (Duitsland). Hij studeerde theologie in Wittenberg, daarna in Göttingen. In 1769 werd hij benoemd tot hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Göttingen. In 1776 richtte hij een tijdschrift op: August Ludwig Schlözer’s Briefwechsel meist historischen und politischen Inhalts. Dit tijdschrift verscheen van 1776 tot 1793. In dit blad schreef Schlözer artikelen over de meest uiteenlopende onderwerpen zoals de politieke situatie in de verschillende Europese landen maar ook over de ontwikkelingen in de Nieuwe Wereld.
August Ludwig Schlözer (1735–1809)
Centrale thema in dit stuk is Schlözers waarschuwing aan zijn landgenoten zich niet te laten misbruiken door die Hollandse kooplieden. Sinds de introductie van slavernij in Suriname was er sprake van verzet van slaven. Dit verzet bestond voornamelijk uit het weglopen van de plantages. In de 18e eeuw liepen naar schatting jaarlijks 300 slaven weg.In het moeilijk toegankelijke oerwoud van Suriname vormden de weggelopen slaven, marrons, leefgemeenschappen. Op zoek naar voedsel, munitie, kleding en vrouwen werden plantages overvallen. Vaak maakten plantage-slaven van de gelegenheid gebruik met de marrons mee te vluchten. In de tweede helft van de 18e eeuw bereikten de marronage en de overvallen rebellerende marrons op de plantages een hoogtepunt. Het voortbestaan van de kolonie was in gevaar en de behoefte aan soldaten nam sterk toe. Vanuit Nederland werden ook extra troepen gestuurd om jacht te maken op de marrons.Deze troepen bestonden uit huurlingen uit geheel Europa maar een aanzienlijk deel was Duitser: Pruisen, Schwaben, Pfalzers en Saksen.
Marrons, uit Benoit’s Voyage a Suriname (1839)
Schlözers oproep is gericht aan Duitsers die overwegen zich als huurling naar Suriname te laten inschepen. De briefschrijver toont zijn afschuw van de straffen die aan de slaven worden uitgedeeld. Ook klinkt hier enig begrip door voor gestraften die hun meester uit wraak zouden willen doden. Schlözer laat hier duidelijk zijn empathie met de slaven blijken. Hij is er van overtuigd dat Afrikanen slechts vanwege de werking van de zon een andere huidskleur hebben. In zijn kinderboek Neujahrsgeschenk aus Jamaica für ein Kind in Europa (1780) beschrijft hij twee Duitsers die beide een zwarte vrouw hebben: “Menschen sind ja doch, so gut wie die aus Europa. Was kommt dann auf die Farbe an?“ En ook hier geeft hij blijk van grote empathie met de slaven. Het treft hem in de ziel, zo schrijft hij, om te zien hoe “mijn zwarte broeders” dagelijks door blanke kerels als honden behandeld worden.
Schlözers invloed op studenten en tijdgenoten was enorm. Op het hoogtepunt van zijn roem woonden zo’n vierhonderd van de zeven- tot negenhonderd studenten in Göttingen zijn colleges bij. Hier onder waren vele (toekomstige) hoge ambtenaren, politici en wetenschappers
Carl Haarnack
zie ook: