Tags

, , , ,

Korte Beschrijving van Mr. H.C. Focke. Door C.J. Hering. Paramaribo: H.B. Heyde, 1903.

In deze rubriek zijn we niet zo tuk op competities en records. Maar dit keer kan ik het niet laten: dit ‘boekje’ telt slechts acht pagina’s en is daarmee het dunste boekje uit de Surinaamsche Bibliotheek is dat ik ken. Het is één van de weinige lofredes op één enkel individu die we in Suriname kennen.

portret Focke k

Mr. H.C. Focke (1802-1865)       

De auteur Hering stelt dat geleerden in Europa beweren dat er in de Tropen geen geleerde of talentvolle mensen worden geboren. Maar hij probeert die theorie te weerleggen door te wijzen op de beroemde Surinamer François Le Vaillant ( auteur van Voyage de M. Le Vaillant dans l’Intérieur de l’Afrique par Le Cap de Bonne Espérance, dans Les années 1783, 84 & 85. Paris: Leroy, 1790) die, door zijn reizen door Afrika en de tekeningen die hij daar maakte, een plekje in de wereldgeschiedenis heeft veroverd. Toch bleef deze wereldberoemde Surinamer in Suriname zelf geheel onbekend. Maar dit boekje schrijft Hering om zijn ontzag en bewondering te tonen voor H.C. Focke die zijn sporen heeft verdiend op wetenschappelijk gebied. Door het schrijven van deze korte biografie probeert hij de verdiensten van Focke voor Suriname aan de vergetelheid te ontrukken.

Hendrik Charles Focke werd geboren in Paramaribo in 1802 als kind van Gerhard Focke en Wilhelmina Charlotte Esser. Na zijn schoolopleiding in Paramaribo stuurde zijn vader hem naar Nederland om Rechten te studeren. In 1827 promoveerde hij in de Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Utrecht met het proefschrift Pretio in emtione venditione. Focke mag gerust is een ware homo universalis in de traditionele zin van het woord genoemd worden. Na zijn studie in Nederland wordt hij in Paramaribo aangesteld als advocaat. Later werd hij benoemd als Auditeur bij het Militair Gerechtshof. Ten slotte werd hij President van het Collegie van Kleine Zaken (Kantongerecht). Maar behalve zijn werk als jurist heeft Focke ook veel gedaan op het gebied van Botanie ofwel Plantkunde. Als botanist heeft hij veel bijgedragen om de kennis van de Surinaamse flora te verspreiden. Zo dragen zo’n acht planten zijn naam. In 1853 schreef hij één van zijn beroemdste bijdragen: De quibusdam Orchideis Surinamensibus (Botanische Zeitung, Leipzig, von Mohl und Schlechtendal, no. 13 & 18). Behalve rechtsgeleerde en botanist was hij ook musicus, was hij betrokken bij de oprichting van Toneelgenootschap Thalia en was hij één van de oprichters van het tijdschrift West-Indië: bijdragen tot de bevordering van de kennis der Nederlandsch West-Indische koloniën (Haarlem: A.C. Kruseman, 1856). Voor dit tijdschrift schreef hij een interessante bijdrage over Neger-engelsche muziek.

‘De Surinaamsche negermuzijk’ door Focke (1856)

‘De Surinaamsche negermuzijk’ door Focke (1856)

Maar voor degenen die zich bezighouden met het verzamelen van Surinamica zal Focke waarschijnlijk het best herinnerd worden om zijn Neger-Engelsch woordenboek dat in 1855 in Leiden verscheen.

Wat maakt dit boekje van Hering over Hendrik Charles Fock nou zo bijzonder? Het heeft een aardig fotoportret van Focke (tot op heden had ik nog geen portret van hem kunnen vinden). Het is niet alleen superdun maar het is ook superzeldzaam. Alleen de UB Leiden en het Volkenkundig Museum in Leiden beschikken over een exemplaar. Natuurlijk is Buku-Bibliotheca Surinamica ook de trotse eigenaar van een exemplaar.

Carl Haarnack