Tags
Beknopt handboek voor de Aardrijkskunde der kolonie Suriname. J.Bueno Bibaz. Groningen: J.B. Wolters, 1881.
Behalve een voorliefde voor boeken over taal (zie: Boeken over Taal) heb ik ook een zeker zwak voor schoolboeken. Vanaf de tweede helft van de 18e eeuw ontstonden er wel scholen in Suriname maar die waren alleen bestemd voor de kinderen van de blanke koloniale elite. Pas vanaf 1760 ontstaan er scholen die ook voor de vrije ‘zwarte en gekleurde’ jeugd toegankelijk waren. Het onderwijs aan de niet-vrije bevolking van Suriname, door de Herrnhutters (EBG) zou pas decennia later mondjesmaat worden toegestaan (zie ook: Taalonderwijs). Maar in 1876 werd de leerplicht in Suriname ingevoerd, 24 jaar voor dat er in Nederland een leerplichtwet kwam.

Band van Beknopt handboek voor de Aardrijkskunde der kolonie Suriname. J.Bueno Bibaz. Groningen: J.B. Wolters, 1881
Beknopte Handleiding van de Aardrijkskunde van de Kolonie Suriname (1879), zoals de titel van de 1e druk van dit boekje luidde, stamt uit die vroege periode van vlak na de invoering van de leerplicht. In 1880 en 1881 (het exemplaar uit de Buku-collectie) verschenen latere edities met kleine afwijkingen in de titel. De eerste druk is zeldzaam. Alleen in de bibliotheken van de Universiteit van Amsterdam en Leiden vinden we een exemplaar. J.Bueno Bibaz was hoofd van de openbare school in Paramaribo. In het voorwoord schrijft het boek gemaakt is om te voorzien in de behoefte aan een handboek van de aardrijkskunde in Suriname. Het doel is om de kennis van de kolonie Suriname te vergroten. De auteur heeft alle informatie over plantages en gronden ontleend aan authentieke bronnen. Welke bronnen dit zijn vertelt hij er helaas niet bij.
Suriname heeft volgens Bueno Bibaz 47.300 inwoners. Daarin zijn nog niet de ‘indianen en boschnegers’ inbegrepen wier aantal op 12.000 wordt geschat. Waarom hij deze groep apart noemt is onduidelijk. Alhoewel, de schrijver schrijft niet heel vleiend over de bewoners van het binnenland. De indianen (hij onderscheidt de Caraïben, de Arrowaks, de Warraws en de Roncou-indianen) leven volgens hem in ‘natuurstaat’ en leiden een ‘volkomen zorgeloos leven’. Zij zijn goedaardig, zo schrijft hij, tenzij ze zich te buiten gaan aan sterke drank. Dan worden zij licht geraakt en zelfs wreed. De ‘boschnegers’ zijn ‘sluw’ maar hebben een ‘alleszins verklaarbaar traditioneel wantrouwen tegen de overige inwoners der kolonie’.
Behalve een beschrijving van ligging, klimaat, grondgesteldheid, landbouw, rivieren en de stad Paramaribo geeft de schrijver ook een overzicht van de forten, militaire posten en de etablissementen van de Moravische Broeders en de Rooms-katholieken. Per district noemt hij de belangrijkste plantages. Zo leren we bijvoorbeeld dat het district Beneden-Saramacca zich in noordelijke richting uitstrekt van de verlaten plantage Hamburg en de verlaten post Uitkijk. Men vindt hier o.a. de plantages Kent, Caledonia, Concordia, Huwelijkszorg, Johannna Catharina, De Herstelling en Margaretha’s gift.
Dankzij Bueno Bibaz kregen de kinderen van Suriname aan het eind van de 19e eeuw aardrijkskundig onderwijs over hun eigen land en bevolking. Het is nu één van de weinige overgebleven Surinaamse schoolboekjes uit de 19e eeuw.
Carl Haarnack