Tags

, , ,

Kurtzer Entwurff von Neu-Niederland und Guajana. Einander entgegen gesetzt, umb den Unterscheid zwischen warmen und kalten Landen herauß zu bringen, und zu weisen welche von beyden am füglichsten zu bewohnen, am behendesten zu bauen und den besten Nutzen geben mögen. Otto Keye. Leipzig: Ritzsch 1672.

Het aantal 17e eeuwse publicaties in de Buku Bibliotheca Surinamica collectie is zeer beperkt. Eén van de oudste titels is deze zeldzame Duitse vertaling van `Het waere onderscheyt tusschen koude en warme landen, aengewesen in de nootsakelijckheden die daer vereyscht worden … om beyde die landen te konnen bewoonen … Voor-gestelt en vergeleken met Nieu-Nederlant, als sijnde een koudt landt en Guajana sijnde een warm landt, en beyde gelegen in America´(1659).

In dit boek weegt de auteur, Otto Keye, de voor- en nadelen af tussen de zg. ‘koude- en warme landen’. Hij vergelijkt de ‘koude’ kolonie Nieuw-Nederland met het ‘warme’ land Guyana. Hierbij neemt hij de klimatologische omstandigheden, de economische mogelijkheden en alles wat deze koloniën te bieden hebben op het gebied van landbouw in ogenschouw. Nieuw-Nederland is het gebied aan de Amerikaanse oostkust dat het huidige New York (toen Nieuw-Amsterdam geheten), New Jersey en Delaware omvat. Guyana omvat het huidige Suriname, Guyana en Frans Guyana.

Vervaardigd in ca. 1684. Deze kaart van het huidige New England is gemaakt door Nicolaes Visscher II (1649-1702). Visscher kopieerde eerst een kaart van Jan Janssonius (1588-1664) uit 1651 en voegde daar een gezicht op Nieuw Amsterdam, het huidige Manhattan, aan toe. De kaart is zeer nauwkeurig: elke Europese stad die destijds bestond, is vertegenwoordigd.

Op 31 juli 1667 zou het Verdrag van Breda een einde maken aan de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. Hierbij werd bepaald dat Nieuw-Nederland (inclusief New York) voortaan Engels gebied zou zijn en dat Suriname (dat net door Abraham Crijnssen op de Engelsen was veroverd) aan Nederland zou worden toebedeeld. Eerder, in 1654, waren de Nederlanders door de Portugezen uit Brazilië verdreven. Het was daarom niet verwonderlijk dat men erop gebrand was om nieuwe wingewesten te veroveren. De Staten-Generaal en de geldschieters in Amsterdam wilden maar wat graag nieuwe kolonisatiepogingen op touw zetten. Het grote probleem was om voldoende mensen te vinden die als kolonist zich in een avontuur te storten. In het derde kwart van de 17e eeuw verschijnen er pamfletten en boeken verschijnen waarin hoog wordt opgegeven over de mogelijkheden die ‘de Nieuwe Wereld’ te bieden had. Over de gevaren (slangen, muskieten, spinnen en andere gevaarlijke schepsels) en het afmattende klimaat wordt niet gesproken of wordt een beetje positiever geschreven. Dat geldt ook zeker voor dit boek van Otto (ook Ottho) Keye. Hij is zeker geen objectieve wetenschapper maar heeft er duidelijk belang bij om Guyana gunstiger af te schilderen. Zo stelt hij dat ‘Guyana kon in korte tijd ‘ghebracht en ghemaeckt worden tot een Aerds Paradijs’.

titelblad van Otto Keyes boek

Otto Keye was aangesteld als Eerste Raad van een kolonie aan de rivier Aprouaque die nog moest worden opgericht. Daarvoor had hij geldschieters én kolonisten nodig. Anno 2022 wordt er nog wel eens schamper gedaan over de ‘ruil’ van New York voor Suriname maar het is aannemelijk dat de publicatie van Keye een rol heeft gespeeld bij de onderhandelingen rond de Vrede van Breda en de daaruit voortvloeiende keuzes. Keye geeft hoog op over hoe goedkoop het is in een warm land te wonen (geen kleding nodig en de huisvesting is eenvoudiger). Het verbouwen van de grond kost ook minder omdat men daar makkelijker slaven kan inzetten. In Guyana kunnen vruchten veel beter groeien. Hij heeft het dan o.a. over katoen, suikerriet, tabak, indigo en cacao. Er is ook veel hout beschikbaar en de rivieren zitten boordevol vis.

A chart of the coast of Guyana. R. Waddington (1767). Collectie: Allard Pierson.

Over Otto Keye zelf weten we heel weinig. Hij is afkomstig uit Gelderland. In de jaren 1637-1639 heeft hij in Brazilië het bewind over een compagnie voetknechten gevoerd. De Nieuwe Geoctrooide Guajaanse Compagnie  kreeg in 1658 toestemming van de Staten-Generaal om een nieuwe kolonie te stichten. Het is waarschijnlijk dat Keye zijn boek schreef in opdracht van deze compagnie. Zowel de Nederlandse- als de Duitse editie van Keye’s boek zijn uitermate zeldzaam. Wie een exemplaar aan zijn of haar collectie wil toevoegen met wel diep in de buidel tasten.

Carl Haarnack

Nagekomen bericht van Martijn van den Bel, archeoloog en auteur in Frans Guyana:

“Deze Keye is namelijk vertrokken met Baltasar Gerbier op zoek naar de zilverberg ten oosten van Cayenne in de jaren 1650. Deze missie ging mis omdat Keye en kornuiten liever een colonie wilde stichten op de Approuague rivier om daar suiker te verbouwen. Gerbier vluchtte voor een dreigende rebellie naar Cayenne waar hij zich in het huis van gouverneur Langedijk verschanste ; zijn vrouw overleed bij de aanval van Keye op Gerbier en zijn dochter raakte gewond. Ondertussen was Langedijk terug van zijn expeditie op de Oyapock en werd Keye ingerekend. Ze vertrokken gezamenlijk naar Nederland waar het proces plaatsvond. Dit proces is door Gerbier gepubliceerd en voorzien van enkele prachtige gravures.

Na de Engelse aanval van 1666 vertrok de commandeur Isaac van Mildert naar Suriname om daar zijn heil te zoeken. De participanten van de Nieuw Guiaansche Compagnie (NGC) in Amsterdam proberen vervolgens de geplunderde kolonie te verkopen aan de de hertog van Hanau (weer een Duitser). wat in 1669 een feit was maar er is verder weinig bekend of er (Duitse) kolonisten zijn gearriveerd op de Approuague. Wel weten we dat de kolonie vanaf 1675 werd bewoond door Gilles de Bont en Johannes Masuer die ook plantages hadden in Suriname. Na de machtswisselingen in het jaar 1676 van Cayenne naar aanleiding van de Guerre de Hollande heeft de chevalier de Lézy de Nederlandse koloniën op de Approuague en Oyapock rivier ingenomen en ontruimd.”

verder lezen:

Bel, M.M. van den & G. Collomb. 2021. La colonisation de la Guyane (1626-1697), 2 Tomes, Les collections de la République des Lettres. Éditions Hermann, Paris.

Bel, M.M. van den & L.A.H.C. Hulsman. 2019. Les Hollandais à Cayenne. La présence néerlandaise en Guyane (1655-1677). Espace Outre-Mer. Ibis Rouge Éditions, Matoury.

Keye deed in 1655 nog een missie naar Céara zie Ha-NA 1.01.02 12564.40
Hieronder een gravure gemaakt door Gerbier die de aanslag op zijn familie in Cayenne illustreert. Linksonderin is Otto Keye de moordenaar ! Waarschijnlijk is dit ook de oudst bekende gravure van het dorp Cayenne c. 1660

Collectie Thyssiana, UB Leiden.