Tags

, , , , ,

Taschenbuch der Reisen; oder, Unterhaltende darstellung der entdeckungen des 18ten jahrhunderts in rücksicht der länder, menschen und productenkunde. Für jede klasse von lesern. Eberhard August Wilhelm von Zimmermann.  Leipzig: G. Fleischer d. jueng., 1806.

Bijna vijf jaar geleden schreven we in deze rubriek eerder over E.A.W. Zimmerman (1743-1815). Toen schreven we over een Nederlandse vertaling van één van Zimmermanns belangrijkste boeken: De aarde en hare bewoners, volgens de nieuwste ontdekkingen (Haarlem: Bij de erven François Bohn, 1819). Maar zo’n zeventien jaar eerder, in 1802, begon hij al aan zijn reeks van Taschenbücher die maar liefst twaalf jaargangen zou tellen. In de edities van 1803 en 1806 schrijft hij over Suriname en toont hij de lezer een aantal fraaie gravures.

Eberhard August Wilhelm von Zimmermann was een Duitse filosoof, bioloog en geograaf. Hij studeerde wiskunde en filosofie aan de Universiteit van Leiden en in Halle en Göttingen. In 1766 werd hij aangesteld als professor in de wis- en natuurkunde in Braunschweig. Hij reisde veel door Europa (Estland, Letland, Rusland Zweden, Denemarken, Engeland Frankrijk, Duitsland, Switzerland en Italië). Voor zijn kennis over Suriname maakt hij gebruik van literatuur van o.a. Condamine, Fermin, Hartsinck, Bancroft en Stedman.

De Caraïben vormen de grootste groep oorspronkelijke inwoners van Guyana. Vanaf het vasteland hebben zij de Antillen bevolkt. De andere groep inheemsen wordt gevormd door de Galibis. Deze volkeren, zo schrijft Zimmermann, hebben een aantal zeer vreemde gewoonten. Alle volkeren, die aan de mondingen van de rivieren in het Amazonegebied wonen, vinden een platgezicht en een plat achterhoofd erg mooi. Daarom drukken ze de hoofden van hun kinderen tussen twee plankjes samen. Ook zijn er bepaalde stammen die zich versieren door papegaaienveren te dragen. Zij maken hiervoor gaten in hun wangen.

Paramaribo bestaat uit een langgerekt vierkant. De rechte straten worden versierd door bloeiende en vruchtdragende Citrusbomen (citroenen-, sinasappel- en pompelmoesbomen) en Tamarindebomen. Het plaveisel bestaat uit schelpenzand waardoor ze met de mooiste tuinpaden kunnen wedijveren. De huizen staan op een bakstenen fundament en zijn voor de rest uit hout opgetrokken. De vloeren zijn niet bekleed met tapijt maar met ceder- of mahoniehout. De stad bestaat uit 1400 huizen. Het aantal witte inwoners in de kolonie bedraagt 5000; het aantal ‘Negers’ (of slaven) is we; 75.000. Zimmermann weet verder te melden dat het leven in de stad enorm duur is. Een paar ongemeubileerde kamers kosten per maand 3 tot 4 pond sterling. Een zeer middelmatig huis kost per jaar 100 Guinies. Vlees, boter, eenden en wijn (3 schilling per fles) zijn veel duurder dan in Europa. Alleen vis, sinasappels en ananassen zijn goedkoop. Citroenen en tamarinden kan men gratis oprapen onder de bomen.

Het leven van de planters die op een plantage leven is bijzonder vrolijk en prettig. Als hij zich om zes uur ’s morgen uit de armen van zijn meest favoriete slavin heeft losgerukt, trekt een slaaf (Zimmerman spreekt hier over een ‘Neger’) hem de zijden kousen aan. Een andere slaaf doet hem zijn ochtendmantel aan die van kostbare Indische stof is gemaakt. De mooiste slaven en slavinnen serveren het ontbijt met koffie en tabak op de veranda. De opzichters komen dan op zeer onderdanige wijze verslag doen van de gang van zaken op de plantage. Ook de artsen rapporteren over ziektegevallen onder de slavenbevolking. Dan volgt een inspectie van de plantage.

Hoewel Zimmermann dus nooit in Suriname is geweest roept hij toch een aardig beeld op van de toestand in de kolonie Suriname. Zijn uitermate lezenswaardige boeken werden in Duitsland door een groot publiek gelezen. Mondjesmaat verschijnen de Taschenbücher op de markt. Bij een antiquaar in Nederland wordt er nu een exemplaar aangeboden voor €250,–

Carl Haarnack

zie ook: https://bukubooks.wordpress.com/2018/12/01/zimmermann1819/

Read more: Taschenbuch der Reisen. E.A.W. von Zimmermann. Leipzig (1806)