BONAPARTE, Prince Roland. Les habitants de Suriname ; Notes recueillies a l’exposition coloniale d’Amsterdam en 1883. Paris, A. Quantin, 1884.
(Film gemaakt tijdens het Dialogue Festival in 2019 door Stephen Blom)
Prince Roland Bonaparte (1858-1924) was de kleinzoon van Lucien Bonaparte, een broer van Napoleon. In dit eerste grote antropologische werk over de inwoners van Suriname beschrijft hij de kolonie Suriname aan het eind van de 19e eeuw. Het geeft een gedetailleerd beeld van de indianen (Kalina Arrowakken),de Creoolse stads-bevolking en de marrons, de nakomelingen van de van plantages weggevluchte slaven.
Op de Koloniale Wereldtentoonstelling op het Museumplein in Amsterdam (1883) werden 28 inwoners van Suriname in een soort van circustent tentoongesteld. Met uit Suriname meegebrachte materialen hadden zij zelf hun karakteristiek hutten gebouwd. Het boek bevat 61 schitterende monochroom foto’s waarbij van ieder individu een nauwgezette omschrijving van uiterlijk en achtergrond werd gegeven. Het was de bedoeling bij de Nederlandse particulieren belangstelling te wekken voor Suriname ‘door uit de Kolonie op ethnologisch gebied iets te zien te geven wat nog nimmer in Europa te aanschouwen is geweest.’ Nederland schafte in 1863 de slavernij af. Vele van de hier afgebeelde personen waren dus nog slaaf geweest.
1883, foto genomen in studio in de Warmoesstraat, Amsterdam
Het 19e eeuwse Suriname werd tot 1863 grotendeels gekenmerkt door de slavernij. Die geschiedenis is minder ver weg dan jaartallen ons willen doen geloven. De hieronder afgebeelde inwoners van Suriname zijn bijvoorbeeld van de generatie van de grootouders van mijn opa en oma. Kijk goed naar de gelaatsuitdrukkingen, naar de kleding. Het visualiseren van Surinamers die aan het eind van de 19e eeuw leefden heeft op mij een groter effect dan vuistdikke naslagwerken of wetenschappelijke verhandelingen. Voor het eerst in de geschiedenis van Suriname worden zwarte mensen nauwkeurig als individu beschreven, met hun achtergrond verhaal; hun beroep en soms hun karakter eigenschappen. Ze krijgen plotseling een gezicht. Het is, zoals geloof ik William Faulkner, ergens heeft gezegd: “The past is never dead, it isn’t even past.”
Indigenes de Surinam – Inboorlingen van Suriname
Uit: Paris Illustree, juli 1883. Gravure door Adrien Marie.
Op deze foto zien we de Aucaanse jongen Johannes Kojo (Kodjo), 13 jaar oud. Hij trad in de circustent op als trommelaar. Van hem wordt vermeld dat hij Nederlands en een beetje Frans spreekt. Van de missionarissen heeft hij leren lezen en schrijven en woont in Paramaribo. Ook verkocht hij ‘met meer dan gewone vrijmoedigheid’ programma’s aan de ingang van de tent.
Het onderschrift bij deze foto luidt: Groupe de femmes créoles (zie links een indiaan). De creoolse vrouwen in Paramaribo zijn werkzaam als huisbediende of als was vrouw. De marktvrouwen worden ‘wowoi missies’ genoemd.
De onderschriften zijn door mij uit het Frans vertaald en afkomstig uit Les Habitants de Suriname.
Carl Haarnack
zie ook:
https://bukubooks.wordpress.com/les-habitants-de-surinam/les_indiens/
https://bukubooks.wordpress.com/les-habitants-de-surinam/les-negres-de-bois/
https://bukubooks.wordpress.com/les-habitants-de-surinam/les-negres-sedentaires/
&
http://www.youtube.com/watch?v=-cQW_1pFh40
Verder lezen:
In het land van de overheerser II, Antillianen en Surinamers in Nederland 1634-1954. Gert Oostindie Emy Maduro. KITLV 100. Dordrecht: Foris Publications, 1986.
Curiositeit of Cultuurdrager. Surinamers op de Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling te Amsterdam in 1883. Helen Wijngaarde. In: Oso, Tijdschrijft voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde, Cultuur en Geschiedenis, nr 2. november 2000, jaargang 19, uitgave van de Stichting ter Bevordering van de Surinamistiek (IBS).