Eind 2022 kreeg ik bezoek van nazaten van Robert David Simons (Paramaribo 1885- Amsterdam 1969). Simons was jurist en Statenlid in Suriname. Hij hield zich ook bezig met geschiedenis, literatuur en taalkunde. Zij brachten met zich mee vier dikke banden (plakboeken) vol met een foto’s, brieven, officiële documenten, archiefstukken en ander papieren erfgoed uit Suriname, bijeengebracht door R.D. Simons. Oorspronkelijk waren er vijf banden maar één (zwarte band met nummer 4 of IV op de rug) is uitgeleende en nooit teruggebracht.
Robert Simons verzamelde allerhande papieren erfgoed vanaf het begin van de 20e eeuw. Veel daarvan heeft betrekking op Suriname. Behalve zijn eigen talrijke geschriften heeft hij ook een rijke schat aan historisch erfgoed voor ons nagelaten. Voor een aardige beschrijving van zijn leven en activiteiten verwijzen we u graag naar deze pagina: https://muizenest.nl/2018/11/04/4-november-robert-david-simons/
De R.D. Simons collectie is sinds kort ondergebracht bij de Buku Bibliotheca Surinamica collectie. Op deze pagina geven we u een indruk van het Surinaamse erfgoed dat zich in deze prachtige collectie bevindt. Van tijd to tijd zullen we deze pagina updaten met ‘historische parels’ uit deze collectie.
Carl Haarnack (surinamica apenstaartje gmail punt com)
*************************************************************
Bijlage tot “De Surinaamsche Negermuzijk”. Uit: West-Indië: bijdragen tot de bevordering van de kennis der Nederlandsch West-Indische koloniën. Haarlem: A.C. Kruseman, 1856.
Dit tijdschrift werd opgericht door C. van Schaick, H.C. Focke, Ch. Landré, C.A. van Sypesteyn en F.A.C. Dumontier. Zij bekleedden allen vooraanstaande posities in het maatschappelijke leven in Paramaribo halverwege de 19e eeuw en drukten hun stempel op het culturele klimaat van de hoofdstad.
Deze Banja-zang begint met:
“Arabi, na Pambo ben sennni njoesoe (2x). Soesoe tei! No broko hatti o: alla joe kondre de na reti ka-ba”.
Focke: “De vrouwen vormen het koor; eene harer is de trokí-man, d.i. de toongeefster. Zij zingt de strophe eerst alleen en vervolgens herhaalt het koor het door haar gezongene, en zoo gaat het honderde malen voort…. De zangsters schudden met de Sakà’s en geven daarmede de achtsten der maat aan, of rammelen met de Joro-joro. Ook wuiven zij met doeken, en zijn daarbij in eene voortdurende golvende of heen en weer zwaaijende beweging, wanneer zij namelijk niet dansen. Het dansen geschiedt paarsgewijze, meestal één man en ééne vrouw te gelijk, bij welke zich nu en dan een derde, hetzij man of vrouw, voegt, om de dansenden eens aan te moedigen of een bewijs van goedkeuring en toejuiching te geven, en dan weder onder de omstanders terug te keren.”
verder lezen: https://bukubooks.wordpress.com/2013/02/24/westindie/

Deze dame stond met haar dochter model voor deze postzegel uitgegeven voor het Steun Comité Suriname. We kennen haar beeltenis van de postzegels al langer. Nu weten we, dankzij de R.D. Simons collectie, in ieder geval de naam van het kind: Martina de Kanter!
Plan der Situatie van het Oostelijke Gedeelte der Kolonie Surinamen; bevattende voornamelijk alle Militaire Posten benevens de Lijst van derzelver Afstanden naar Engelsche mijlen, 60 op eenen Graag; gedaan in Anno 1819 door A.H. Hiemcke, 1e Luitenant ingenieur.

Toneelgenootschap Thalia werd opgericht op April 27, 1837. Het is het oudste theatergebouw in het Caribisch gebied. Dit is een extreem zeldzaam oprichtingsaandeel van Thalia. De heer en mevrouw E.L. van Heeckeren betaalden fl. 50,–. Van Heeckeren was gouverneur van Suriname tussen 1832 en 1838.
Op 21 April 1870 slaagde Godfried Benjamin Seiler voor zijn apothekers examen in Paramaribo.

Bewijs van inschrijving in het Burger-register van Suriname. Op 5 maart 1839 werd Gracia de le Parra ingeschreven als burger van Suriname.