Tags

,

Kort verslag van den zwaren brand te Paramaribo, hoofdplaats der kolonie Suriname, op den 21 januarij 1821 voorgevallen. Benevens eene kerkelijke redevoering, uitgesproken den eersten zondag na deze ramp. Hendrik Uden Masman. Amsterdam, G.S. Leeneman van der Kroe, 1821.

De meeste mensen zijn bekend met de grote brand die Paramaribo deels in de as legde in 1832. Deze brand is de geschiedenis ingegaan als de ‘Cojo branti’, vernoemd naar één van de weggelopen slaven die mede verantwoordelijk was voor de brand. Tezamen met de slaven Mentor en Present wordt hij op gruwelijke wijze gemarteld en ter dood gebracht. Bij deze brand ging maar liefst 50 woonhuizen en winkels, aan de Waterkant, de Jodenbreestraat, Maagdenstraat en Steenbakkerijstraat, in vlammen op.

Waterkant van Paramaribo kort na de brand van 1821: ‘gezicht van de Eerste Barriere op de Stad Paramaribo.’‘ J.D. van Herwaarden fecit 1823. Collectie Rijksmuseum.

De brand echter, die op 21 januari 1821 Paramaribo teisterde, was vele malen groter dan die van 1832. In totaal werden 400 woonhuizen en 800 winkels en gebouwen in de as gelegd. De harde noordoosten wind zorgde ervoor dat de brand snel naar omliggende panden werd verspreid. De brand duurde in totaal 24 uur en een groot deel van Paramaribo werd verwoest.

De brand begon ’s middags rond half twee in de achtergebouwen van één van de drie huizen op de hoek van het Plein en de Waterkant. Over de ware oorzaak van de brand tasten we helaas in het duister. Aangrenzende gebouwen, zoals het pakhuis van de heer Carstairs, konden niet aan de vlammen ontkomen. Uit het huis van A.F. Lammens, president van het Hof Justitie, kon terwijl het in de fik stond enige goederen gered worden. Zijn echtgenote kon met grote moeite gered worden, zij stikte bijna van de rook. De felheid van het vuur verwoeste in een mum van tijd de panden aan de Waterkant tussen het Plein en de Oranjestraat. De huizen tot bij de Kromme Elleboogstraat volgden spoedig. Tegen vijf uur stond het Waaggebouw in lichterlaaie. De huizen, die eigendom waren van de heer Chateau, op de hoek van de Wagen- en Noorderkerkstraat, werd omver gehaald om zodoende uitbreiding van de brand te voorkomen. Tegen tien uur ’s avonds waren de huizen aan de Watermolenstraat, Waterkant en Knuffelsgracht tot bij de Engelsche brug in de as gelegd. Op de hoek van de Heiligenweg en de Waterkant stond een groot pakhuis van de heer Stuger. Het stond vol met honderden flessen likeur, olie en andere brandbare stoffen. Het werd snel door de vlammen verteerd. De huizen in de Maagdenstraat tot bij de Hernhutterstraat en de Waterkant tot op de hoek van de Jodenbreestraat aan de rechterzijde branden in zijn geheel af.  Tussen twee en half drie ’s nachts ontdekte men vonken aan het houtwerk van de Hervormde Kerk, dat zelf uit steen was opgetrokken. Een aantal mensen beklom de wenteltrap om de houten pannen waarmee het dak was afgedekt af te breken. Deze waren echter zodanig aan stevige bruinhouten lijsten vastgespijkerd dat men dit plan snel moest laten varen. Het dak stortte in en het gebouw was verloren.

Stuk van een gesmolten fles die gevonden werd in de grondlaag met de resten van de brand van 1821, onder het huis van Judah Eliazer aan de Waterkant (Buku Bibliotheca Surinamica collectie).

Na deze grote ramp besloot het gouvernement levensmiddelen uit te delen aan behoeftige gezinnen. Veelzeggend is misschien dat de politie de overige huizen in de stad bezocht om na te gaan of er mensen waren die door een ‘vuilaardige gierigheid en listige eigenbaat’ goederen van slachtoffers hadden ontvreemd.

Dankzij dit bijzonder klein boekje van Hendrik Uden Masman, Predikant van de Hervormde Kerk, hebben we een gedetailleerd overzicht van hoe het vuur op die dag om zich heen greep.Het ‘boekje’ telt slechts 16 pagina’s en behoort tot de zeldzamere titels in de Surinaamse bibliotheek. Er is nu, voor de échte liefhebber, een exemplaar te koop bij een Nederlandse antiquaar voor maar liefst €715,–.

Carl Haarnack

zie ook, De Codjo Branti:  https://bukubooks.wordpress.com/brand/