Tags

, ,

Reisebilder aus allen Zonen der Erde, oder, Naturgemaelde, auf Reisen gesammelt für Freunde der natur. Herausgegeben von Dr. A.B. Reichenbach. Leipzig: C.C. Krappe, 1835.

Anton Benedikt Reichenbach (1807-1880) werd geboren in Leipzig (Duitsland). Hij was leraar natuurwetenschappen op de ‘Realschule’ in zijn geboortestad. Reichenbach schreef talloze boeken schoolboeken over planten en dieren, over natuurwetenschappelijke onderwerpen, over de stad Leipzig en hij werkte mee aan een encyclopedisch boekwerk waarin ‘de wereld’ in honderd gravures werd weergegeven. Voor ons echter is er op deze plek slechts één specifiek boek van belang: Reisebilder aus allen Zonen der Erde (Reisverhalen uit alle delen van de wereld) dat in 1835 werd gepubliceerd. In zijn voorwoord schrijft Reichenbach dat hij de lezer geen gortdroge kost wil voorschotelen, het gaat hem er juist om de geest van de lezer in spanning te houden zonder af te wijken van de werkelijkheid. Hij kiest er daarom voor om zijn verhalen zo in te pakken als ware het een reisverslag. Reichenbach is nooit in Suriname geweest maar heeft uit zijn bibliotheek geput om de Duitse jeugd te onderwijzen. Dat betekent niet dat hij niets interessants over ons land te melden heeft.  In het hoofdstuk Wandelingen in Suriname neemt hij de lezer mee . Alles wat de Europeaan in Suriname ziet is zo heel anders dan wat hij thuis gewend is: de wonderbaarlijke planten, de bonte vlinders, de glanzende kevers en de bijzondere vogels, in al hun kleurenpracht. Het ziet er zo mooi uit, schrijft hij,  dat we zouden denken dat we ons in een toverland van een weldadige fee bevinden.

Surinaamse Vlinders. Thecla Marsyas (Pseudolycaena marsyas) en Nictalemon Empedokles op Clitoria Plumieri.

Reichenbach heeft voornamelijk oog voor de rijke fauna in Suriname. Zo passeren de tapir en vele andere dieren de revue. Ook schrijft hij over de Aboma, die hij ‘Riesenschlange’ (reuzenslang) noemt. Hij voert een bekende auteur ten tonele: John Gabriël Stedman. Stedman doodde zo’n reuzenslang en had daar drie kogels voor nodig. De slang werd aan een hoge tak in een boom gehesen en door met een mes langs zijn lijf naar beneden te glijden, van zijn huis ontdaan. De slang leverde maar liefst veertig pond vet op. Dit vet werd gebruikt als heilzame zalf bij verwondingen. Grote bewondering heeft onze leraar voor de enorme hoeveelheid vogels. Hij vertelt over de blauwe en rode Ara’s, de papegaaien, dwergpapegaaien, toekans, spechten en zangvogels.  Eén van de metgezellen, Heinrich, die met de wandeling meedoet krijgt tijdens de tocht last van jeuk aan zijn voet. Ondanks het feit dat hij schoenen droeg heeft hij last van de zandvlo. De inheemsen die ook deel van de wandelgroep uitmaken herkennen meteen de bruine vlekken tussen de tenen. Met een mes worden de eieren van de zandvlo verwijderd. De wond wordt met tabak ingesmeerd aangezien ze geen citroensap tot hun beschikking hebben. Volgens Reichenbach behoren de tijgers in Suriname tot de mooiste kattensoorten ter wereld. Hij noemt ook de panter en de ocelot als leden van de ‘kattenfamilie’. Dan volgen het gordeldier, ook wel armadillo genoemd, de vogelspin, de kolibri, de schorpioen, de krokodil, de luiaard, de verschillende apensoorten als de Kis-kisi, de Quatta-aap en vele andere dieren.

De tijgerkat uit Suriname (Stedman, Narrative of a Five Years expedition, 1796)

Over de bevolking is de informatie die we voorgeschoteld krijgen zeer summier. Over de inheemsen weet hij te vertellen dat zij doorgaans naakt door het leven gaan. Alleen als ze naar Paramaribo gaan trekken ze een hemd en wijde broek aan. Ze leven van de jacht maar ze hebben tevens kostgronden waarop ze suikerriet en mais verbouwen. Over de slavernij komen we eigenlijk niets te weten, laat staan dat onze leraar de Duitse jeugd een moreel voorhoudt.  

Aan het eind van het boek wandelt de groep weer naar Paramaribo. Deze wandeling duurt een paar uur. De auteur meldt dat hij veel nieuwe ervaringen heeft opgedaan en door dit avontuur verrijkt is.

Het boek van Reichenbach is uitermate zeldzaam. Het is misschien niet zozeer dat we veel leren over dingen die we nog niet wisten. Het toont wel aan dat Suriname en haar natuur een belangrijke plek innamen als het gaat om het onderwijs in Europa.

Carl Haarnack