• Postcards from Suriname
    • Black in postcards
  • Albert Helman
  • Antiquariaat Buku
  • Chinezen in Suriname
  • De negerhut
    • Illustraties in vroege edities van Oom Tom
    • Oom Tom in andere talen
  • Duitsers in Suriname
  • Ebony in Suriname
  • Edgar Cairo
  • Een begrafenis
  • Ellen Ombre
  • Galerie Buku
  • Indiase diaspora
  • Joanna & Stedman
  • Joden in Suriname
    • David Nassy’s “Furlough” and the Slave Mattheus
  • Klassieke muziek
  • Les Habitants de Suriname
    • Les Indiens
    • Les Négres de Bois
    • Les Négres Sédentaires
  • Natalie Zemon Davis
    • Judges, Masters, Diviners: Slaves’ Experience of Criminal Justice in Colonial Suriname
    • Origins and uses of the creole languages in 18th century Suriname
  • Silvia de Groot
  • Slaven aan het woord
  • Slavernij Verbeeld
  • Stereotype kinderboeken
  • Surinaamsche Mengel-poëzy
    • Annette de Vries
  • Suriname in Wolfenbüttel
  • Surinamica verzamelen
  • Swart in Nederland
  • Voedsel
  • Vrouwen van Suriname
  • Welkom bij Buku
  • Wilhelmus Dortants (1855-1906)
  • Winti
  • Bibliotheca Surinamica
    • Buku logo
    • Onzichtbaar erfgoed
    • OSO, tijdschrift voor Surinamistiek
  • Brand in Paramaribo
  • Indianen in Suriname
    • In de schaduw van de tijger

Buku – Bibliotheca Surinamica

~ Library, archives & wunderkammer

Buku – Bibliotheca Surinamica

Tag Archives: Onderwijs

Beknopte Geschiedenis der Kolonie Suriname voor de meer gevorderde jeugd. Maria Vlier (1862)

08 Sunday Sep 2019

Posted by Carl Haarnack in 19th century books, Bibliotheca Surinamica, Dutch books

≈ Comments Off on Beknopte Geschiedenis der Kolonie Suriname voor de meer gevorderde jeugd. Maria Vlier (1862)

Tags

Dutch, Onderwijs

Beknopte Geschiedenis der Kolonie Suriname voor de meer gevorderde jeugd. M.L.E. Vlier. Amsterdam: H. de Hoogh, 1862.

Regelmatig krijg ik vragen van mensen die zich willen verdiepen in de geschiedenis van Suriname. Sommigen van hen vinden het belangrijk om een geschiedenisboek te lezen dat níet door een ´bakra´ is geschreven. Als ik hen dan vraag om namen te noemen van  Surinaamse historici, dan blijft het meestal stil. Ze zijn er natuurlijk wel. Bijna niemand kent Maria Vlier (1828-1908), geboren en getogen in Suriname. Zij schreef het eerste geschiedenisboek over Suriname dat in het onderwijs gebruikt werd.

Nieuwe Waag Paramaribo collectie Rijksmuseum

Nieuwe Waag aan de Waterkant te Paramaribo, anoniem, 1829 – 1830 (collectie Rijksmuseum)

Maria Vlier beschrijft de Surinaamse geschiedenis vanaf de eerste Europeanen die proberen vaste voet aan wal te krijgen. Dat was met de Engelse kapitein Marechal die met zestig landgenoten zich vestigden aan de Parakreek om daar tabak te teelen. Dan volgde in het midden van de 17e eeuw de gouverneur van Barbados Lord Willoughby en natuurlijk vanaf 1667, de komst van de Zeeuwen onder leiding van Abraham Crijnssen. Alle gouverneurs passeren de revue en bij elk geeft Vlier wat feitelijke informatie. Zo schrijft zij dat ten tijde van het bewind van gouverneur Hendrik Temming (1722-1728) marrons de aan de Commewijne gelegen plantage Kinderback overvielen. De plantageslaven die niet vrijwillig met hen mee wilden gaan werden omgebracht. Door de toenemende aanvallen van marrons verkeert de kolonie Suriname in gevaar. De overvallen, vooral die in het Cotticagebied, richtten veel schade aan. Het korps Koloniale Guides werd ter verdediging opgericht. Dit korps bestond uit de betrouwbaarste slaven die door het gouvernement van de verschillende plantages voor veel geld werden gekocht. Het is, zo vertelt Vlier ons, te danken aan de zwarte soldaten, de koloniale guides, dat de kolonie in 1772 overeind bleef.

Vlier schrijft over de slechte behandeling van slaven en over de wrede straffen. Veel 19e eeuwse auteurs die iets over Suriname te zeggen hebben spreken over de luiheid en onbetrouwbaarheid van de ´negers´. Ook worden we doorgaans getrakteerd op wankele betogen waarom de slavernij niet opgeheven moet worden. Niets van dit alles bij onze eerste Surinaamse historica. Eindelijk is in 1861 een voorstel gedaan voor de vrijlating van alle slaven schrijft met een nauwelijks onderdrukte geestdrift. Men koestert de hoop dat de afschaffing niet lang meer kan duren. Ze schrijft letterlijk: ‘De godsdienst en de menschelijkheid vorderen het. De noodzakelijkheid gebied het.’

Slaven Rijksmuseum detail

Slaven aan het werk op een plantage (detail), anoniem 1850 (collectie Rijksmuseum)

Maria Louisa Elisabeth Vlier was zelf een kind van een gemanimuteerde slavin. Haar moeder, Anna Elisabeth Heuland (1798- ca. 1887), was zelf een slavin die in 1816 haar vrijheid kreeg. Maar ook haar vader was geen ‘witte Europeaan’. Nicolaas Gerrit Vlier (1801-1852), was een ´kleurling´. Hij was volgens de almanak van 1837 administrateur van de suikerplantages Pieterszorg en Andresgift. Hij behoorde tot de gekleurde elite van Suriname waar Ellen Neslo in 2016 op promoveerde (´Een ongekende elite. De opkomst van een gekleurde elite in koloniaal Suriname 1800/1863’).

In het voorwoord laat Vlier weten waarom ze het boek schrijft: het doet haar pijn, zo schijft ze, dat de schoolkinderen van 14 jaar en ouder in Suriname jaren over de geschiedenis van vreemde volkeren leren maar niets over hun eigen land. Daarom schrijft ze dit geschiedenisboekje. Ze besluit haar boek met de wens dat de kinderen niet alleen hun kennis zullen vermeerderen maar dat daarnaast ook hun vaderlandsliefde zal worden aangewakkerd. Hier spreekt de echte patriot. Het wordt hoog tijd dat we voor Maria Vlier een ereplekje geven in de geschiedschrijving.

Dit boek is uitermate zeldzaam. In Nederlandse bibliotheken vinden we slechts acht exemplaren. De Buku collectie beschikt gelukkig over twee exemplaren. Eén daarvan maakte ooit deel uit van de bibliotheek van H.D. Benjamins (1850-1923), samensteller van de Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië (1917).

Carl Haarnack

Zie ook:

Ellen Neslo. Een ongekende elite: De opkomst van een gekleurde elite in Koloniaal Suriname 1800-1863 (2016)

Steven Hagers over Maria Vlier

IMG_2833

Share this:

  • Email
  • Facebook
  • Twitter
  • Print

Like this:

Like Loading...

Basterd of Neger-Engelsch. G.C. Weygandt (1798)

01 Monday Jan 2018

Posted by Carl Haarnack in 18th century books, Bibliotheca Surinamica, Dutch books, Sranan Tongo Books

≈ Comments Off on Basterd of Neger-Engelsch. G.C. Weygandt (1798)

Tags

Language, Onderwijs

Gemeenzaame leerwyze om het Basterd of Neger-Engelsch op een gemakkelyke wyze te leeren verstaan en spreeken. [G.C. Weygandt]. Paramaribo: gedrukt by W.W. Beeldsnyder, 1798.

Dat we vroeger de Sranan Tongo ‘Neger-Engels’ noemden komt omdat, toen deze taal ontstond, Suriname nog een Engelse kolonie was. Voor de Europeanen die in de kolonie kwamen was het noodzakelijk zich deze taal enigszins eigen te maken om met de slavenbevolking te kunnen communiceren. Dat kon men eigenlijk alleen leren in de dagelijkse praktijk. Pas in de tweede helft van de 18e eeuw verschenen er taalboekjes voor Nederlanders, die zich het ‘Neger-Engelsch’ wilden bekwamen.

voorduin weygandt

Rond 1765 verscheen allereerst Nieuwe en nooit bevoorens geziene Onderwyzinge in het Bastert, of Neeger Engels, zoo als het zelve in de Hollandsze Colonien gebruikt word… door Pieter van Dyk. Dit boekje was gedrukt bij de Erven de Weduwe Jacobus van Egmont in Amsterdam. Maar in 1798 verschijnt er een boekje om het ‘Neger-Engelsch’ te leren dat in Paramaribo gedrukt is: Gemeenzaame leerwyze om het Basterd of Neger-Engelsch op een gemakkelyke wyze te leeren verstaan en spreeken. Dit boekje werd gedrukt in de drukkerij van W.W. Beeldsnyder. Wolphert Weijer Beeldsnyder (1764-18??) was ook de uitgever van de Weeklyksche Surinaamsche Courant. Dit taalboekje verscheen met alleen de vermelding van de initialen G.C.W. op het titelblad. Maar er bestaat geen twijfel dat de auteur van het tweede instructieboekje voor het Sranan G.C. Weygandt is.

Weygandt titelpagina 2

Over de auteur weten we weinig. In de Surinaamsche Courant van 20 januari 1821 vinden we een advertentie waarin het publiek wordt geattendeerd op een openbare verkoop van boeken in het huis van wijlen Mr. P.J. Changuion. G.C. Weygandt heeft de advertentie geplaatst en is vermoedelijk dus de ‘vendumeester’. Er zijn ook aanwijzingen dat Weygandt (onmiskenbaar een Duitse familienaam) verbonden was aan de Evangelische Broedergemeente (ook wel Herrnhutters genoemd). Zijn leerboekje voor het Sranan was er op gericht om beter met de slavenbevolking te kunnen communiceren en op Europese handelaren die naar Suriname kwamen om zaken te doen. In het voorwoord stelt Weygandt dat het hem ook te doen is om de taal weer te geven zoals die in Paramaribo wordt gesproken in tegenstelling tot het Sranan van de plantages.

tekening_van_heerendijk_in_suriname_-_paramaribo_-_20419986_-_rce

Duidelijk is dat Weygandt voortborduurde op het boek van Pieter van Dyk dat hij tot zijn beschikking had. Maar hij zal ongetwijfeld ook gebruik hebben gemaakt van de kennis van de  vrije ‘mulattin’ Dressje van Princes van Heel met wie hij samenwoonde en kinderen had.[i] Ook Dressjes moeder, een vrije zwarte vrouw en een slavin maakten deel uit van het huishouden. De Surinaamsche Staatkundige Almanach voor den Jaare 1796 (en ook die van 1798) vinden we ene J.S. Weygand als broodbakker. In 1825 vinden we een verzoek tot manumissie voor ‘den Neger’ Martinus die ooit eigendom was van de ‘vrije Jaba van J.S. Weygandt’. Zou de boekbinder Manheim van Weygandt die voorkomt in de Surinaamsche Almanak van 1828 en 1836 één van de kinderen kunnen zijn van onze G.C. Weygandt? Van deze Manheim wordt het huis en erf gelegen op Combé, aan de Wichersstraat (toevallig ook de straat waar de redactie van de Parbode nu gevestigd is) bij executie publiekelijk verkocht. Dankzij de Volkstelling van 1811 weten we dat deze Manheim Weygandt (ook wel Manheim van Weygandt genoemd) als ‘kleurling’ wordt bestempeld.[ii]

De woordenlijst is bijzonder uitgebreid en interessant. De ‘Samenspraken’ (dialogen) geven een goed beeld hoe gesprekken tussen een plantagedirecteur en een ondergeschikte zou hebben kunnen verlopen. U moet de digitaal beschikbare versie er maar eens op na slaan. Het originele boekje zult u alleen in universiteitsbibliotheken aantreffen. Het is uitermate zeldzaam. Ook de Buku-collectie moet het helaas zonder doen.

Carl Haarnack

 

[i] Met dank aan Natalie Zemon Davis: Origins and uses of the creole languages in 18th century Suriname (https://bukubooks.wordpress.com/davis/creolelanguages/)

[ii] In de Volkstelling van 1811 vinden we een overzicht van de vrije gekleurde en zwarte bevolking van Suriname. Hier in komen we M. Weygandt tegen (volgnr. 781 / folio 762  / inventaris 278/25). Met dank aan Denie Kasan: (https://deniekasan.wordpress.com/familieberichten-suriname/volkstelling-1811-suriname/)

Zie ook:

Boeken over Taal

 

Share this:

  • Email
  • Facebook
  • Twitter
  • Print

Like this:

Like Loading...

Schetsen uit het leven in het kinderhuis te Alkmaar in Suriname. P. Legêne (1922)

23 Saturday Sep 2017

Posted by Carl Haarnack in 20th century books, Bibliotheca Surinamica, Dutch books, Indian diaspora

≈ Comments Off on Schetsen uit het leven in het kinderhuis te Alkmaar in Suriname. P. Legêne (1922)

Tags

Dutch, geschiedenis, hindu, Onderwijs

Lief en leed met onze kleinen : schetsen uit het leven in het kinderhuis te Alkmaar in Suriname. P.M. Legêne. IJmuiden: Van Dorp, 1922.

Het is volgend jaar precies honderd jaar geleden dat in Zeist dit kleine papieren boekje verscheen. Het is geschreven door Peter Martin Legêne (1885-1954). Aanvankelijk was hij boekdrukker en journalist maar, na een opleiding aan de zendingsschool van de Evangelische Broedergemeente (EBG) in Niesky, werd hij missionaris in Suriname. Maar voordat hij zich daar kon vestigen verbleef hij eerst in India om zich het Hindi en Urdu eigen te maken. Vervolgens trok hij naar Amsterdam om Nederlands te leren spreken. Tussen 1914 en 1930 werkte hij als zendeling onder Hindoestanen op Alkmaar. Vanaf 1935 was hij zelfs voorzitter van het Zeister Zendingsgenootschap dat de verantwoordelijkheid voor de Surinamezending van het EBG-bestuur in Herrnhut had gekregen.

plantage Alkmaar

Plantage Alkmaar aan de Commewijne

In 1916 had Legêne op Alkmaar, gelegen aan de Commewijnerivier, een kindertehuis opgericht. In dit tehuis, Sukh Dhaam (Huis van Geluk), werd onderdak en onderwijs geboden aan kinderen van ‘Brits-Indische’ kontraktarbeiders die op de plantage werkten. De arbeiders leefden onder erbarmelijke omstandigheden en er heerste grote armoede. In dit boekje, dat voor het eerst in 1918 verscheen, vertelt Legêne ons verhalen die hij als zendeling op Alkmaar had meegemaakt. Zo beschreef Legêne dat vanwege de Spaanse griep, een wereldwijde pandemie, er bijna elke dag een weeskind werd binnengebracht. Soomaria, een meisje van 9 jaar oud, had slechts één oog en ze was mager en zag er ellendig uit. Nadat haar ouders beiden aan de griep bezweken waren bleef zij met haar zusje Dhilwa alleen achter. Maar haar zusje werd de volgende dag door een man meegenomen en zij werd bij het tehuis afgeleverd. Soomaria huilde de hele dag en wilde, zolang zij niet verenigd was met haar zusje, niet eten of drinken. Legêne schreef brieven aan de Generaal-agent van de Immigratie, wendde zich tot de voogdijraad en zocht overal naar Dhilwa. Uiteindelijk werd ze na elf dagen gevonden maar niemand wist wat er met haar was gebeurd en waar ze was geweest. ‘Er zijn helaas mannen genoeg’, zo schrijft Legêne, die gaarne een mooi menschenkind met twee oogen hebben willen’. Zo’n meisje kan met gemak verkocht worden. Een meisje met slechts één oog wil niemand hebben. De meisjes werden herenigd en vielen elkaar huilend in de armen.

Kindertehuis Alkmaar Legene b

De kinderen uit het kinderhuis met hun verzorgers en verzorgsters

Het boekje bevat een aantal prachtige zwart-wit foto’s die bij het grote publiek vrijwel onbekend zijn. Zo vinden we er een aantal foto’s van de kinderen in het tehuis en hun verzorgsters. Maar de mooiste foto is natuurlijk die van  Sukhu. Paramaribo werd een tijdlang geplaagd door een zeer geraffineerde zakkenroller. In de stad leefde ook een ‘Brits-Indische’ jongen van een jaar of twaalf oud. Hij was vriendelijk en behulpzaam maar toch werd juist hij op een dag door de politie ontmaskerd als de gezochte zakkenroller. Hij werd gestraft maar iedere keer als hij weer op vrije voeten kwam begon het stelen opnieuw. Uiteindelijk werd hij door de politie naar het kindertehuis op Alkmaar gebracht. Daar ging het de eerste tijd uitstekend maar na verloop van tijd werden en steeds spullen gestolen. Sukhu werd op heterdaad betrapt en na een stevig gesprek met Legêne beloofde hij beterschap. Maar toch gebeurde het telkens opnieuw. Legêne stelde hem voor de keuze op te houden met stelen of hij zou anders op straat moeten leven. Nogmaals drukte Legêne hem op het hart dat hij alles zou kunnen krijgen wat hij maar nodig had, als hij niet zou stelen.

Sukhu Alkmaar.jpg

Sukhu

-‘Kan ik ook tabak krijgen?’, vroeg Sukhu. Nu kwam de aap uit de mouw. Als kleine jongen was hij al, net als zoveel andere Hindoestaanse kinderen, begonnen met roken. Hij was verslaafd aan nicotine; hij moest roken, en daarom had hij geld nodig. Iedere week kreeg hij van Legêne een pakje tabak en hij stal nooit meer. Sukhu was inmiddels 17 oud en was geliefd door iedereen. Hij hielp nu mee in het tehuis en rookte zelfs heel weinig. Hij vond het zonde van het geld en spaarde nu.

Dergelijke persoonlijke verhalen van lief en leed vinden we bijna nooit terug in de archieven. Hindoestaanse kontraktarbeiders waren doorgaans ongeletterd en schreven dus niets op. Dat maakt ooggetuigeverslagen, zoals deze van Legêne, des te belangrijker.

Het kwetsbare papieren boekje is slechts in een handjevol bibliotheken te vinden. De Buku Bibliotheca Surinamica collectie beschikt sinds kort ook over een exemplaar. Vorige week opgepikt op een boekenmarkt in Amsterdam voor slechts €50,–.

Carl Haarnack

 

zie ook:

Indiase Diaspora

Vier Maanden in Suriname

 

 

 

 

Share this:

  • Email
  • Facebook
  • Twitter
  • Print

Like this:

Like Loading...

Roomsch-Catholijke Catechismus (1847)

12 Saturday Nov 2016

Posted by Carl Haarnack in 19th century books, Bibliotheca Surinamica, Sranan Tongo Books

≈ Comments Off on Roomsch-Catholijke Catechismus (1847)

Tags

Language, Onderwijs, religie

Roomsch-Catholijke Catechismus of Kort Begrip der Christelijke Leering in de Neger-Engelsche Taal voor de Kolonie Suriname met de Gebeden van den Nooddoop de Morgen en Avondgebeden [….] Amsterdam: C.L. van Langenhuysen, Singel, in den Berg Tabor, no. 465, 1847.

In het jaar 1735 kwamen de eerste Moravische Broeders, de Herrnhutters, aan in Suriname. Dat kon gebeuren omdat Graaf Nikolaus von Zinzendorff, de leider van deze piëtistische beweging, bevriende relaties had het bestuur van de Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname. Kort daarna, in 1740, gaf de gereformeerde kerkenraad in Amsterdam toestemming voor de oprichting van een Lutherse gemeente in Paramaribo. Suriname werd door velen gezien als een protestantse kolonie en moest dat vooral blijven. Pas aan het eind van de 18e eeuw kreeg de Rooms-Katholieke kerk in Suriname voet aan de grond. Voorwaarden voor de vestiging van een katholieke gemeente waren dat hun kerk er niet als kerk uit mocht zien, zij uit de buurt van gereformeerden en luthersen moesten blijven én zij zich niet met de slaven mochten bemoeien.[i]

katholieke-kerk-klein

Katholieke Kerk in Paramaribo en een begrafenis processie (1839)

Op 21 november 1817, binnenkort 200 jaar geleden, arriveerde de Amsterdamse priester P. Wennekers in Paramaribo. Hoewel Wennekers al in 1823 in Suriname overleed heeft hij toch in belangrijke mate zijn stempel op de katholieke kerk in Suriname kunnen zetten. Hij richtte in Nederland een liefdefonds op om in Paramaribo een school te stichten en om slaven vrij te kopen. Ook leerde hij Sranan Tongo om met de slavenbevolking te kunnen communiceren. Aan hem hebben we dan ook dit prachtige Sranan Tongo-boekje te danken. Het is in een groen linnen bandje gevat en de bladsneden zijn verguld.

Zoals te verwachten vinden we in het boekje teksten als:

“Mi Gado, mi Masra! Alla ogri disi mi ben doe, dee hatti mi foetroe, bikasi nanga datti mi ben trobbi joe, mi Gado!”

Maar het boekje bevat ook aanwijzingen voor de missionarissen die in het Nederlands zijn opgesteld:

“Indien het een nieuwe Neger is, die de taal nog niet goed verstaat, brengt men hem inde opene lucht, wijst men met hand naar den Hemel, om hem God in zijne groote werken te doen kennen …..”.

Dit maakt het boekje niet alleen interessant voor taalkundigen die het Sranan Tongo bestuderen maar ook voor historici die iets proberen te begrijpen van het leven in de slaventijd.

kankantrie

Kankantrieboom Suriname (Benoit, 1839)

Dat het katholicisme niet altijd door alle slaven met gejuich zal zijn ontvangen mag blijken uit het volgende. Op 24 juli 1821 werd op de plantage La Ressource een Kankantri omgehakt. Deze katoenboom (na Busi Gado) werd door slaven vereerd. Wennekers noemde deze boom een Afgoderij Boom. Op de plek waar de boom stond werd het Heilige Kruis geplant. In zijn boekje publiceerde hij Gezang ter Eere van het H. Kruis (Na Kownu fraga tiki), een vertaling van het Latijnse Vexilla Regis. Hij droeg dit lied op aan Mejufrrouw Anna Martina van Gelderland, eigenares van La Ressource aan de Saramacca.

de-berg-thabor-boekenwinkel-langenhuyzen-hoek-van-singel-434-en-de-beulingstraat-beeldbank-stadsarchief-amsterdam

In den Berg Tabor. De boekwinkel/uitgeverij van C.L. van Langenhuyzen op de hoek van de Singel (nu no. 434) en de Beulingstraat (Beeldbank Stadsarchief Gemeente Amsterdam)

Het boekje werd in 1847 uitgegeven door C.L. van Langenhuysen die gevestigd was aan het Singel 434 in Amsterdam (hoek Beulingstraat). Het is herdruk van het boekje dat Wennekers in 1822 bij Tetroode in Amsterdam liet verschijnen. Dit exemplaar uit de Buku-collectie werd, zo blijkt uit de handgeschreven ex-dono op het titelblad, geschonken door Jacobus Groof (die meer dan twintig jaar in  Suriname werkte) aan frater J. van Vree. Deze laatste was president van het seminarie van Warmond waar Grooff theologie gestudeerd had. Dat is ook direct het geheim hoe het kan dat dit boekje in zo’n goede staat bewaard is gebleven: het is nooit blootgesteld aan de Surinaamse klimatologische omstandigheden. Er zijn maar weinig gedrukte bronnen met teksten die in het Sranan Tongo zijn geschreven. Daar moeten we zuinig op zijn. In Suriname zijn de exemplaren die ooit door katholieke missionarissen zijn meegebracht allang verdwenen. In Nederland beschikken alleen de bibliotheken van de universiteit van Leiden en Maastricht over een exemplaar.

Carl Haarnack

[i] Zie: Joop Vernooij, De regenboog is in ons huis. De kleurrijke geschiedenis van de r.k. kerk in Suriname. p. 14 e.v.

titelblad

Share this:

  • Email
  • Facebook
  • Twitter
  • Print

Like this:

Like Loading...

Overzicht der Geschiedenis van Suriname. J.R. Thomson (1902)

07 Sunday Feb 2016

Posted by Carl Haarnack in 20th century books, Bibliotheca Surinamica, Dutch books

≈ Comments Off on Overzicht der Geschiedenis van Suriname. J.R. Thomson (1902)

Tags

Dutch, geschiedenis, Onderwijs

Overzicht der Geschiedenis van Suriname. Door J.R. Thomson. Den Haag: 1902.

Regelmatig ontvangen wij bij Buku Bibliotheca Surinamica verzoeken om informatie over geschiedenis boeken die niet door Nederlanders maar door Surinamers zijn geschreven. Bij het bestuderen van de Surinaamse geschiedenis kan het belangrijk zijn naar het perspectief te kijken van waaruit historische bronnen zijn gemaakt of beschreven. Het aantal historici van Surinaamse komaf dat zich met de Surinaamse geschiedenis bezighoudt is klein. Aan het eind van de 19e eeuw moeten deze historici met een vergrootglas gezocht worden. Maar ze waren er wel.

Kaart Suriname Thomson

Kaart van Suriname (1789)

J.R. Thomson was zo’n Surinaamse historicus. In 1894 was hij leraar op de Openbare School voor U.L.O. Volgens de Surinaamsche Almanak van 1906 was hij in dat jaar hoofd van de Emmaschool waar maar liefst 200 meisjes les kregen. Tien jaar later was hij hoofd van de openbare Willemschool. Aan het eind van zijn loopbaan werd hij benoemd tot voorzitter van de Koloniale Staten (1920-22).

Thomson werd geboren op 28 september 1853 in Paramaribo. Zijn ouders waren Zijn ouders waren Robert Thomson en Johanna Theresia Wilhelmina Eichel (*). Hij overleed op bijna 80 jarige leeftijd in mei 1933 in Nederland. Bij zijn overlijden schreef De banier van waarheid en recht : Surinaamsch nieuws- en advertentieblad van 6 mei 1933 dat John Robert Thomson echt een kind was van en uit het Surinaamse volk en een goede Surinamer.

Thomson

Cover van Thomson’s Overzicht der Geschiedenis van Suriname (1902)

Thomson publiceerde een behoorlijk aantal artikelen, pamfletten en lezingen. Eén daarvan was een Open brief aan Ds. A.E. Boers (1911). In 1909 verscheen Gouverneur Johan Jacob Mauricius op zijn lijdensweg. In 1906 hield hij een lezing met de titel Is ‘t in Suriname steeds een armoedige boel geweest? (1906).

In 1901 verscheen bij Martinus Nijhoff zijn Overzicht der geschiedenis van Suriname. In het voorwoord schrijft Thomson dat hij hoopt dat dit boek niet alleen voor schoolgebruik geschikt zal zijn maar dat ook de meer ontwikkelde lezer er aandacht voor zal hebben. Het boek is ingedeeld in vier tijdvakken: I) Van de ontdekkingen van Amerika tot den vrede van Breda  –  1492-1667; II) Van de vrede van Breda tot den Vrede van Amiens – 1667-1802; III) Vrede van Amiens tot de vrijverklaring der slaven – 1802-1863; IV) Van de vrijverklaring der slaven tot heden  – 1863 – heden.

Het boek zit vol met interessante historische feiten die de Surinaamse scholier vertrouwd moeten maken met het eigen verleden. Sommige wetenswaardigheden kwamen we niet eerder tegen in schoolboeken. In 1730, zo schrijft Thomson, bedroeg het aantal plantages ruim 400. De eerste koffiebomen werden in 1720 geplant daar een Duitser genaamd Hansbach. Volgens Thomson ontving hij ze van Gouverneur Coutier. De boompjes waren aangekweekt door de Amsterdamse burgemeester Nicolaas Witsen. Dat werpt weer eens een ander licht op de zaak. Slechts vier jaar later arriveerde de eerste Surinaamse koffie in Amsterdam.

Koffie

Koffie wordt geserveerd (Paramaribo, 1899)

Maar als we een antwoord willen op de vraag óf het perspectief van Thomson nu daadwerkelijk anders was dan het dominante Nederlandse perspectief dan leent de Cojo Branti van 1832 zich daar misschien goed voor. In dat jaar brak in Paramaribo een grote brand uit. Alle gebouwen tussen de Waterkant, de Jodenbreestraat, de Maagdenstraat en de Steenbakkerijstraat, gingen in vlammen op. We kennen verschillende andere publicaties waarin de daders van deze brand, o.a. Codjo, Mentor en Present, er van werden beschuldigd chaos te creëren om zo de macht in de kolonie te grijpen. Thomson omschrijft de drie daders als ‘uit vrees voor hunnen meester ontvluchte slaven’. Daar klinkt toch iets van een verzachtende omstandigheid, zo lijkt het. Codjo, Mentor en Present hadden volgens Thomson met opzet een huis aan de Heiligenweg in brand gestoken, om zo de gelegenheid te krijgen, voedsel, ‘waaraan zij behoefte hadden’, te verkrijgen. Hij sprak ook van een ‘barbaarsch vonnis’ waarin de jeugdige brandstichters veroordeeld werden levend verbrand te worden.

Codjo M P  NZD

Present, Cojo, and Mentor, twee dagen voor hun executie voor de brandstichting in 1833. Gerrit Schouten, Present, Cojo, Mentor (1833), inkt  op papier (Surinaams
Museum Bibliotheek)

Tussen de regels door heeft Thomson begrip voor de brandstichters die in andere publicaties (vaak door Nederlanders geschreven) worden weggezet als oproerkraaiers die de kolonie in gevaar wilden brengen. Daarmee kiest hij een ander perspectief dan het tot dan toe gangbare. Thomson kwam voort uit de Surinaamse samenleving en was er natuurlijk door gevormd. Hij was gehuwd met een vrije gekleurde vrouw, te weten Caroline Julie Samson. De moeder van Caroline werd in 1826 gemanumitteerd en kreeg de naam Floortje Mercurina van ‘t Velde (van West). Dat zal ook een rol gespeeld hebben bij zijn visie op de geschiedenis van Suriname (*).

John Robert Thomson verdient een grotere plek in de Surinaamse geschiedschrijving. Het levend houden van zijn werk door het lezen van zijn teksten, is een goed begin.

Carl Haarnack

 

(*) met dank aan Denie Kasan

 

 

 

Share this:

  • Email
  • Facebook
  • Twitter
  • Print

Like this:

Like Loading...

Aardrijkskunde der kolonie Suriname. J.Bueno Bibaz (1879)

05 Sunday Jul 2015

Posted by Carl Haarnack in 19th century books, Dutch books

≈ Comments Off on Aardrijkskunde der kolonie Suriname. J.Bueno Bibaz (1879)

Tags

Add new tag, Dutch, Onderwijs

Beknopt handboek voor de Aardrijkskunde der kolonie Suriname. J.Bueno Bibaz. Groningen: J.B. Wolters, 1881.

Behalve een voorliefde voor boeken over taal (zie: Boeken over Taal) heb ik ook een zeker zwak voor schoolboeken. Vanaf de tweede helft van de 18e eeuw ontstonden er wel scholen in Suriname maar die waren alleen bestemd voor de kinderen van de blanke koloniale elite. Pas vanaf 1760 ontstaan er scholen die ook voor de vrije ‘zwarte en gekleurde’ jeugd toegankelijk waren. Het onderwijs aan de niet-vrije bevolking van Suriname, door de Herrnhutters (EBG) zou pas decennia later mondjesmaat worden toegestaan (zie ook: Taalonderwijs). Maar in 1876 werd de leerplicht in Suriname ingevoerd, 24 jaar voor dat er in Nederland een leerplichtwet kwam.

Band van Beknopt handboek voor de Aardrijkskunde der kolonie Suriname. J.Bueno Bibaz. Groningen: J.B. Wolters, 1881

Band van Beknopt handboek voor de Aardrijkskunde der kolonie Suriname. J.Bueno Bibaz. Groningen: J.B. Wolters, 1881

Beknopte Handleiding van de Aardrijkskunde van de Kolonie Suriname (1879), zoals de titel van de 1e druk van dit boekje luidde, stamt uit die vroege periode van vlak na de invoering van de leerplicht. In 1880 en 1881 (het exemplaar uit de Buku-collectie) verschenen latere edities met kleine afwijkingen in de titel. De eerste druk is zeldzaam. Alleen in de bibliotheken van de Universiteit van Amsterdam en Leiden vinden we een exemplaar. J.Bueno Bibaz was hoofd van de openbare school in Paramaribo. In het voorwoord schrijft het boek gemaakt is om te voorzien in de behoefte aan een handboek van de aardrijkskunde in Suriname. Het doel is om de kennis van de kolonie Suriname te vergroten. De auteur heeft alle informatie over plantages en gronden ontleend aan authentieke bronnen. Welke bronnen dit zijn vertelt hij er helaas niet bij.

Kinderen van de Christelijke School in Paramaribo, ca. 1895

Kinderen van de Christelijke School in Paramaribo, ca. 1895

Suriname heeft volgens Bueno Bibaz 47.300 inwoners. Daarin zijn nog niet de ‘indianen en boschnegers’ inbegrepen wier aantal op 12.000 wordt geschat. Waarom hij deze groep apart noemt is onduidelijk. Alhoewel, de schrijver schrijft niet heel vleiend over de bewoners van het binnenland. De indianen (hij onderscheidt de Caraïben, de Arrowaks, de Warraws en de Roncou-indianen) leven volgens hem in ‘natuurstaat’ en leiden een ‘volkomen zorgeloos leven’. Zij zijn goedaardig, zo schrijft hij, tenzij ze zich te buiten gaan aan sterke drank. Dan worden zij licht geraakt en zelfs wreed. De ‘boschnegers’ zijn ‘sluw’ maar hebben een ‘alleszins verklaarbaar traditioneel wantrouwen tegen de overige inwoners der kolonie’.

Caribe vrouw uit Suriname (18e eeuw)

Caribe vrouw uit Suriname

Behalve een beschrijving van ligging, klimaat, grondgesteldheid, landbouw, rivieren en de stad Paramaribo geeft de schrijver ook een overzicht van de forten, militaire posten en de etablissementen van de Moravische Broeders en de Rooms-katholieken. Per district noemt hij de belangrijkste plantages. Zo leren we bijvoorbeeld dat het district Beneden-Saramacca zich in noordelijke richting uitstrekt van de verlaten plantage Hamburg en de verlaten post Uitkijk. Men vindt hier o.a. de plantages Kent, Caledonia, Concordia, Huwelijkszorg, Johannna Catharina, De Herstelling en Margaretha’s gift.

Dankzij Bueno Bibaz kregen de kinderen van Suriname aan het eind van de 19e eeuw aardrijkskundig onderwijs over hun eigen land en bevolking. Het is nu één van de weinige overgebleven Surinaamse schoolboekjes uit de 19e eeuw.

Carl Haarnack

Titelblad van Beknopt handboek voor de Aardrijkskunde der kolonie Suriname. J.Bueno Bibaz. Groningen: J.B. Wolters, 1881

Titelblad van Beknopt handboek voor de Aardrijkskunde der kolonie Suriname. J.Bueno Bibaz. Groningen: J.B. Wolters, 1881

Share this:

  • Email
  • Facebook
  • Twitter
  • Print

Like this:

Like Loading...
logo

Enter your email address to subscribe to this blog and receive notifications of new posts by email.

Join 945 other subscribers

Recent

  • Tooneel des oorlogs. Lambert van den Bos (1675)
  • Kolonisatie van de Portugeesch Joodsche Natie in Suriname. Fred. Oudschans Dentz (1927)
  • Afrikanische Relikte und Indianische Entlehnungen in der Kultur der Buschneger Surinams. Lindblom (1924).
  • Nieu-Nederland versus Guajana. Otto Keye (1659/1672)
  •  Schaduwbeelden uit Suriname. Anna Ampt (1858).
  • Le Mercure historique (1750)
  • De Commandant van de Negerjagers. J.H. van Balen (1890)
  • Stedmans ´Narrative´ in de Buku collectie
  • Surinaamsche mengelpoëzy. P.F. Roos (1804)
  • Kleines Magazin von Reisen. J.G. Stedman (1800)
  • Beschrijving van Suriname. Van Sijpesteijn (1854)
  • Tagebuch einer Reise durch Holland und England. Sophie von La Roche (1788)

Koloniale Wereld Tentoonstelling Amsterdam (1883)

Wilhelmina van Eede

Categories

  • 17th century books
  • 18th century books
  • 19th century books
  • 20th century books
  • Bibliotheca Surinamica
  • Children's Books
  • Dutch books
  • English books
  • French books
  • Genealogie
  • German books
  • Indian diaspora
  • Italian books
  • Latin books
  • Law
  • medical
  • Parbode
  • Sranan Tongo Books

Paginas

  • Postcards from Suriname
    • Black in postcards
  • Albert Helman
  • Antiquariaat Buku
  • Bibliotheca Surinamica
    • Buku logo
    • Onzichtbaar erfgoed
    • OSO, tijdschrift voor Surinamistiek
  • Brand in Paramaribo
  • Chinezen in Suriname
  • De negerhut
    • Illustraties in vroege edities van Oom Tom
    • Oom Tom in andere talen
  • Duitsers in Suriname
  • Ebony in Suriname
  • Edgar Cairo
  • Een begrafenis
  • Ellen Ombre
  • Galerie Buku
  • Indianen in Suriname
    • In de schaduw van de tijger
  • Indiase diaspora
  • Joanna & Stedman
  • Joden in Suriname
    • David Nassy’s “Furlough” and the Slave Mattheus
  • Klassieke muziek
  • Les Habitants de Suriname
    • Les Indiens
    • Les Négres de Bois
    • Les Négres Sédentaires
  • Natalie Zemon Davis
    • Judges, Masters, Diviners: Slaves’ Experience of Criminal Justice in Colonial Suriname
    • Origins and uses of the creole languages in 18th century Suriname
  • Silvia de Groot
  • Slaven aan het woord
  • Slavernij Verbeeld
  • Stereotype kinderboeken
  • Surinaamsche Mengel-poëzy
    • Annette de Vries
  • Suriname in Wolfenbüttel
  • Surinamica verzamelen
  • Swart in Nederland
  • Voedsel
  • Vrouwen van Suriname
  • Welkom bij Buku
  • Wilhelmus Dortants (1855-1906)
  • Winti

buku

abolitionism Add new tag artsenij binnenland boeroes British Guiana democratie Duits Dutch EBG English expedities feest fiction flora & fauna Frans Guyana French genealogie German geschiedenis handel hindu hugenoten Illustrated Books india Indianen jews Judaica jurisdiction katholieken kinderboek Koloniale Staten koloniale tentoonstelling kolonisatie kunst Language manumissie maps marrons medical muziek Onderwijs photos plantages poetry politiek reizen religie religion Slavery Stedman stedmania theater tijdschriften travel West-Indies
  • German books

Blog at WordPress.com.

  • Follow Following
    • Buku - Bibliotheca Surinamica
    • Join 945 other followers
    • Already have a WordPress.com account? Log in now.
    • Buku - Bibliotheca Surinamica
    • Customize
    • Follow Following
    • Sign up
    • Log in
    • Report this content
    • View site in Reader
    • Manage subscriptions
    • Collapse this bar
 

Loading Comments...
 

    %d bloggers like this: