Chinezen in Suriname

Kong Nie Tong Sang. Uit: Onze West in Beeld en Woord. Fred. Oudschans
Dentz en Herm. J. Jacobs. Amsterdam: J.H. de Bussy, 1929.

_____________

De affaire Lijkwan (Lai-Koon of Laij-Koon)Een bizarre geschiedenis rondom de veroordeling van een Chinese immigrant in Suriname, vond plaats in 1872. Lijkwan was geboren in Poenje (Panyu), een stadje in de provincie Kwangtung (Guangdong). Hij tekende, net als vele van zijn landgenoten, een contract om voor vijf jaar in Suriname te werken. In 1868 werd hij per schip, tezamen met 252 landgenoten, naar Suriname vervoerd. Daar werd hij onder nummer 1660 als rietkapper te werk gesteld op de suikerplantage Resolutie, gelegen aan de Beneden-Cottica.

Lijkwan vond zijn werk niet aantrekkelijk. Hij begon ‘s avonds met zijn landgenoten te gokken. De voorman van de plantage was ook een Chinees, genaamd Tjoeng Kiau. Deze was bereid Lijkwan tegen woekerrente leningen te verschaffen. Maar Lijkwans financieele positie werd van kwaad tot erger. Uiteindelijk smeedde Lijkwan samen met twee collega’s, die ook schulden hadden bij Tjoeng Kiau, een plan om de voorman uit de weg te ruimen. Op de avond van 8 augustus 1871, vermoorden zij hem met kapmessen. Zij werden vrij eenvoudig opgespoord en door het Hooggerechtshof op 6 januari 1872 ter dood veroordeeld. In hoger beroep werd de straf van de twee handlangers omgezet in twintig jaar zware arbeid aan de ketting. Lijkwan werd als de hoofddader gezien en werd veroordeeld tot de strop.

Op 18 januari 1872 vond de bizarre executie van Lijkwan plaats. Toen hij werd opgehangen en de luiken onder hem openklapten, brak het touw. Ook toen hij voor de twee keer werd opgehangen brak het touw en was Lijkwan nog springlevend.

“Het regt nam toen zijnen loop, maar zie……het koord, hetwelk om den hals van den ongelukkige was geslingerd, brak, en hij viel neder. Ten tweeden male opgehangen, brak het touw wederom, en de deerniswaardige smeekte pardon.”(Gouvernements Advertentieblad dd. 20 januari 1872, no. 9)

Door deze, voor hem gelukkige, loop van het lot kreeg Lijkwan gratie en werd de straf omgezet in 20 jaar zware arbeid aan de ketting. Na twee kortingen op zijn straf, wegens goed gedrag, werd Lijkwan in 1881 vrijgelaten. Hij trad in 1892 in het huwelijk met veldwachter Jacoba Georgina (vermoedelijk de ‘christenmulattin’ Jacobo). Zij overleed in 1901 te Paramaribo. In 1907 trouwde hij met Elisabeth Helena Petronella Lith. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren. Lijkwan overleed op 26 november 1922 te Albina, ruim vijftig jaar na zijn merkwaardige terechstelling.

bron: De affaire Lijkwan, een opzienbare terechtstelling. Mr. W.L. Man a Hing. Amstelveen/Paramaribo: Orchid Press, 1983

 Chinees en zijn creoolse vrouw. ca. 1900
foto: Eugen Klein


 Chinese immigrantenfamilie, ca. 1885-1894 (foto: Julius Muller)

In de periode 1853 – 1870 kwamen 3000 Chinezen, de meeste uit Hong Kong, als contractarbeiders naar Suriname. Na afloop van hun vijfjarigcontract bleven ze zelden in de landbouw werkzaam, maar werden goudsmid, handelaar of winkelier. Het vermogen van dit gezin werd geschat op meer dan 300.000 gulden. Deze familie poseert in de tuin van fotograaf Julius Muller voor een decordoek (collectie: KIT).

Een Chinese immigrant in zijn traditionele kleding met puntige stroohoed en draagstok. Foto van waterverftekening uit 1876. Dit is de vroegst bekende tekening van een Chinese immigrant in Suriname. Vanaf 1853 emigreerden er kleine groepen Chinezen naar Suriname als contractarbeider. Na hun contractperiode gingen veel van hen in de handel. Willem Winkels was schrijver en tekenaar en had een bibiliotheek en boekhandel in Paramaribo. Met scherpe blik legde hij de verschillende bevolkingsgroepen en hun omstandigheden vast. In sommige tekeningen heeft de satire de overhand. Zo schreef en tekende Winkels een parodie op het leven van een blankofficier in Suriname, “De Tooverlantaarn van Mr. Furet” (uit: J. Voorhoeve, W.E.H. Winkels : blankof’cier met palet en papier. ‘s-Gravenhage : Nijhoff, 1963. P. 269-288. Collectie UB UvA).


Literatuur

Leijs, J.J. Het avontuur van een chinees. Rotterdam, z.j.

Man A Hing, W.L. Overzicht van de invoer van Chinese contractarbeiders in Suriname. In: Mededelingen no. 36 van de Stichting Surinaams Museum. Paramaribo.

Samson, Ph. A. Immigratie van Chinezen in Suriname. In: Jubileumkrant, uitgegeven t.g.v. het 75-jarig bestaan van de Chinese vereninging Kong Ngie Tong Sang. Paramaribo, december 1955.

De Chinezen in Suriname: Een geschiedenis van immigratie en aanpassing 1853 – 2000
(The Chinese in Suriname: A history of immigration and adaptation 1853 – 2000)
by Dr. G.C. Zijlmans en H.A. Enser. 328 pages, many illustrations. Quarto (A4) size, cloth , dust-jacket. ISBN 90 806 479 34.

Ankum-Houwink, J.C., ‘Chinese kontraktarbeiders in Suriname in de 19e eeuw’, OSO, 4 (2), 1985, 181-186.

Groenfelt, E., ‘Impressies van de Chinese gemeenschap in Suriname: enkele culturele aspecten van Chinezen in Suriname’, (z.p. 1995).

Lamur, H.E., en J.A. Vriezen, ‘Chinese kontraktanten in Suriname’, OSO, 4 (2), 1985, 169-179.

Man A Hing, W.L., ‘The Hakkas in Surinam’, in: The proceedings of the international conference on Hakkaology, (Hong Kong 1994), 189-195.

Tseng, F., ‘De grote oversteek: het lot van de Surinaamse Chinezen’, China Nu 16 (4), 1991, 16-18.